
Bezaantje
Gisteravond een goede trek met het schaatsenrijdersnet. Behalve dertien exemplaren van
Halobates , ook het redelijk zeldzame bezaantje, een kwalletje dat maximaal 7 cm lang wordt. Deze
Velella velella, eigenlijk een drijvende hydrozoënkolonie, bestaat uit een blauw, ovaalvormig drijflichaam waarop een driehoekig zeiltje is gemonteerd. Het bijzondere is dat er links- en rechtszeilige kwalletjes zijn, die met een beetje wind ieder een andere kant op zeilen! Er zijn plekken op de wereld waar ze elkaar weer tegenkomen, anders zou je op den duur alleen maar populaties links en populaties rechts hebben. Er zijn massale strandingen van dit circumpolaire beestje bekend, zelfs vondsten van de Nederlandse kust. Nu de zee zo glad is, ontdek ik ze ook van de boot, soms in groepjes van 50(?).
Vanmorgen vroeg met Hans en Redmond hangend over de railing ons verbaasd over de vele gezichten van de zee. Nu zonder witte kopjes, een kaarsrechte horizon, een kabbelend zeetje, lichtblauw. We hebben hem ook zwart gezien, met een rafelige einder, dalen, deining, rollers, beukers. Het is lang geleden dat we weer op de motor varen, zo rustig is het nu. Het sonore geluid door het hele schip doet me denken aan de veerboot tussen Vlissingen en Breskens (Bresjes), naar familie in Zeeuws-Vlaanderen. Het rook er altijd naar koffie en je at er gevulde koek. Sterke associaties met vakantie. Voor de laatste dagen op het schip is dat wel een lekker gevoel. Alleen zag je van de pont hoogstens een kwal, maar hier eventjes een deel van Cuvier’s of Blainville’s Beaked Whale. Ik moest afgaan op enkele ooggetuigenverslagen, want ik was weer net te laat aan dek! Ik was wel bij het binnenhalen van een zeer bijzondere vis met het opschrift Happy Birthday. Die was speciaal voor de jarige Paul te water gelaten, die hem –niets vermoedend- aan boord trok. Bij het fileren bleek het dier een blikje tonijn te bevatten. Martien van het NIOZ was bijzonder opgetogen, want dergelijke vondsten zijn tot nu toe alleen van de noordkust van Australië bekend.
Aan het eind van de middag is er nog een trek. Nu ook de gevaarlijke kwal Portugees oorlogschip, die zijn zeiltje op kan blazen, gelukkig maar kleine exemplaren. Het is niet slim je vinger in de emmer te houden want door zijn netelcellen treden weldra helse pijnen op. Ook enkele paarse pelagische vleugelslakjes zijn gevangen die luisteren naar de naam
Janthina janthina, in het Nederlands paarse zeezeiler, kwalboot of viooltjesslak, die al drijvend alle wereldzeeën bevaren. Verder prachtig blauwe naaktslakken (Nubranchia), met bizarre uitstulpsels.
Halobates in overvloed.
Eigenlijk had ik hoofdstuk Lord Howe al defintief afgesloten, toen er toch nog een mailtje binnenkwam van een docent tuinbouw plantenteelt die benieuwd was hoe het met de Kentiapalm op Lord Howe was gesteld. Deze soort blijkt alleen maar daar voor te komen, maar gedijt ondertussen ook uitstekend in Aalsmeer voordat hij onze huiskamers bereikt. Zijn naam is
Howea forsteriana, dus het geslacht is naar het eiland genoemd en in forsteriana vindt men de Australische politicus William Forster terug. Helaas is Clive Wilson al van boord voor het juiste antwoord, dus breng ik de beide heren via mails met elkaar in contact. Ik ben hier een soort varende biologische encyclopedie.
You need to be a member of Teyler Net to add comments!
Join Teyler Net